1. De
verkrijging door de vennootschap van enig aan een in artikel 4, onder i), bedoelde persoon of vennootschap toebehorend vermogensbestanddeel in ruil voor een inbreng die ten minste 1/10 gedeelte van het geplaatste kapitaal bedraagt, wordt op de wijze als omschreven in artikel 49, leden 1, 2 en 3, onderzocht en openbaar gemaakt en wordt aan de goedkeuring van een algemene vergadering van aandeelhouders onderworpen, wanneer deze verkrijging plaatsvindt binnen een door de nationale wetgeving vast te stellen termijn van ten minste t
wee jaar te rekenen vanaf de oprich ...[+++]ting van de vennootschap of de verkrijging van de toestemming om de werkzaamheden aan te vangen.(1) D
er Erwerb jedes Vermögensgegenstands, der einer unter Artikel 4 Buchstabe i fallenden Person oder Gesellschaft gehört, durch die Gesellschaft für einen Gegenwert von mindestens 1/10 des gezeichneten Kapitals ist Gegenstand einer Prüfung und Offenlegung entsprechend der in Artikel 49 Absätze 1, 2 und 3 vorgesehenen Weise; er unterliegt der Zustimmung einer Hauptversammlung, falls er vor Ablauf einer Frist erfolgt, die in den nationalen Rechtsvorschriften auf mindestens zwei Jahre nach der Gründung der Gesellschaft oder nach dem Zeitpunkt festzusetzen ist, in dem die Gesellschaft die Genehmigung zur Aufnahme ihrer Geschäftstätigkeit
...[+++]erhält.