Bij zijn arrest nr. 193/2009 van 26 november 2009 heeft het Hof geoordeeld dat de vereiste dat de vreemdeling die een machtiging tot verblijf vraagt op grond van artikel 9ter van de Vreemdelingenwet over een identiteitsdocument moest beschikken, verder ging dan wat noodzakelijk was om de identiteit en de nationaliteit van de aanvragers te bepalen, aangezien de identiteit van de asielaanvragers en van de aanvragers van subsidiaire bescherming op grond van artikel 48/4 kan worden vastgesteld zonder te eisen dat zij over een dergelijk identiteitsdocument beschikken.
In seinem Entscheid Nr. 193/2009 vom 26. November 2009 hat der Gerichtshof entschieden, dass das Erfordernis, wonach ein Ausländer, der eine Aufenthaltserlaubnis aufgrund von Artikel 9ter des Ausländergesetzes beantragt, ein Identitätsdokument besitzen muss, über dasjenige hinausging, was notwendig war, um die Identität und Staatsangehörigkeit des Antragstellers zu bestimmen, da die Identität der Asylbewerber und der Antragsteller auf subsidiären Schutz aufgrund von Artike
l 48/4 festgestellt werden kann, ohne zu verlangen, dass sie im Besitz eines solchen
...[+++] Identitätsdokumentes sind.