1. Indien een aangewezen punt van binnenkomst niet beschikt over de vereiste voorzieningen om de materiële controles als bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), uit te voeren, mogen die controles gedurende een periode van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden uitgevoerd op een ander door de bevoegde autoriteit daartoe gemachtigd controlepunt in dezelfde lidstaat voordat de goederen worden gedeclareerd om in het vrije verkeer te worden gebracht, mits dat controlepunt voldoet aan de minimumvoorschriften van artikel 4.
(1) Für einen Zeitraum von fünf Jahren ab dem Datum des Inkrafttretens dieser Verordnung können, sofern ein benannter Eingangsort nicht über die Einrichtungen zur Durchführung von Warenuntersuchungen gemäß Artikel 8 Absatz 1 Buchstabe b verfügt, derartige Untersuchungen an einer anderen Kontrollstelle im selben Mitgliedstaat durchgeführt werden, die für diesen Zweck von der zuständigen Behörde zugelassen ist, bevor die Waren in den zollrechtlich freien Verkehr überführt werden; dies gilt, sofern diese Kontrollstelle die Mindestanforderungen gemäß Artikel 4 erfüllt.