7. onderkent de inspanningen van de Zweedse regering die in 2006 8951 Irakezen asiel heeft verleend, maar dringt er evenwel bij de lidstaten van de EU op aan om snel en redelijk te besluiten over de aanvragen van Irakese asielzoekers, in overeenstemming met het Advies inzake terugkeer en standpunt over de behoeften aan internationale bescherming van Irakezen buiten Irak van de UNHCR van 18 december 2006, en aan hun internationale en communautaire verplichtingen te voldoen om de vluchtelingenstatus te verlenen of aanvullende bescherming te bieden aan personen die bedreigd worden met vervolging of ernstig gevaar lopen;
7. fordert die Mitgliedstaaten der EU bei gleichzeitiger Anerkennung der Leistungen der schwedischen Regierung, die 2006 8 951 Irakern Asyl gewährt hat, auf, die Ansprüche irakischer Asylbewerber gemäß dem „Return Advisory and Position on International Protection Needs of Iraqis outside Iraq“) vom 18. Dezember 2006 rasch und fair zu klären und ihren internationalen Verpflichtungen und ihren sich aus dem Besitzstand ableitenden Verpflichtungen nachzukommen und denjenigen, denen Verfolgung oder schwerwiegender Schaden droht, Flüchtlingsstatus oder subsidiären Schutz zu gewähren;
