33. wijst erop dat eind 2013 de brutovoorfinanciering 79,4 miljard EUR beliep, en benadrukt dat lange periodes van voorfinanciering kunnen leiden tot een verhoogd risico op fouten of verlies; benadrukt dat dit risico vooral groot is voor rubriek 4 van de begroting (De EU als mondiale partner ); overwegende dat voor een normale activiteit een periode van vier jaar verstrijkt tussen de vastlegging en de boeking door de Commissie van de betreffende definitieve uitgaven;
33. weist darauf hin, dass sich die Bruttovorfinanzierung Ende 2013 auf 79,4 Mrd. EUR belief, und betont, dass Verlängerungen der Vorfinanzierungszeiträume zu einem höheren Fehler- oder Verlustrisiko führen können; betont, dass diese Gefahr insbesondere für Rubrik 4 des Haushaltsplans (die EU als globaler Akteur ) besteht, wo normalerweise vier Jahre zwischen der Vornahme der Mittelbindung und der Verbuchung der diesbezüglichen endgültigen Ausgaben durch die Kommission vergehen;