De taalkennis van de kandidaat wordt nader vastgesteld door de uiteenzetting, waaruit het mondeling examen bestaat, als vertrekpunt te doen dienen voor een gesprek tussen de candidaat en de examencommissie.
Der Vortrag, der die mündliche Prüfung bildet, bildet den Ausgangspunkt eines Gesprächs zwischen den Kandidaten und dem Prüfungsausschuss, bei dem die Sprachkenntnisse der Kandidaten überprüft werden.