Wat het tweede middel betreft, ontleend aan schending van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 heef
t het Gerecht onder meer opgemerkt, in respectievelijk de punten 75 en 74 van de arresten T‑109/08 en T‑110/08 dat, aang
aande de eigenlijke beoordeling van het onderscheidend vermogen van de merken waarva
n inschrijving werd verzocht, de kamer van beroep van het BHIM zich op het standpunt had gesteld dat de kleur en de ma
...[+++]ttering van het glas van de fles voor de mousserende wijn niet „als merk konden functioneren”.