De derde verzoeker heeft er belang bij in rechte te treden tegen het bestreden decreetsartikel, in zoverre hij in zijn hoedanigheid van godsdienstleraar in een hogeschool nog steeds de verzoeningsprocedure geniet (decreet van 1 februari 1993), terwijl hij die niet meer geniet in zijn hoedanigheid van leraar algemene vakken in dezelfde hogeschool.
Der dritte Kläger habe ein Interesse an der Klageerhebung gegen den angefochtenen Artikel des Dekrets, insofern er als Religionslehrer an einer Hochschule noch in den Genuss des Schlichtungsverfahrens (Dekret vom 1. Februar 1993) gelange, wogegen er es in seiner Eigenschaft als Lehrer für Allgemeinfächer an der gleichen Schule nicht mehr beanspruchen könne.