M. overwegende dat de begrotingen van de IMO in handen zijn van landen met open registers (44% van de mondiale vloot voert de vlag van de Bahamas, Bermuda, Cyprus, Liberia en Panama, waarbij de economische controle van deze ± 44% voor wat betreft tankers voor ± 20% in handen is van Griekenland, voor ± 12% in handen van Japan en voor ± 11% in handen van Noorwegen), en dat het derhalve noodzakelijk is dat de structuur van de IMO wordt gewijzigd om te voldoen aan de eisen inzake schone zeeën en veiligheid op zee;
M. unter Hinweis auf die Tatsache, dass die Haushaltsmittel der IMO in den Händen der Staaten mit offenen Registern liegen – 44% der Weltflotte stammen aus den Bahamas, den Bermudas, Zypern, Liberia und Panama, wogegen die wirtschaftliche Kontrolle dieser 44% bei Tankschiffen von Griechenland (ca. 20%), Japan (ca. 12%) und Norwegen (ca. 11%) ausgeübt wird –, weswegen es notwendig ist, die Struktur der IMO an die Notwendigkeiten anzupassen, die sich aus der Sauberkeit der Meere und der Sicherheit im Seeverkehr ergeben,