voor de in artikel 15, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 bedoelde periode, alle gevallen van overschrijding van de toegestane snelheid door het voertuig, met name alle perioden van meer dan 1 minuut waarin de snelheid van het voertuig meer dan 90 km/h (voertuigen van de categorie N3) respectievelijk 105 km/h (voertuigen van de categorie M3) bedraagt (De categorieën N3 en M3 als gedefinieerd in Bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad);
während des in Artikel 15 Absatz 7 der Verordnung (EWG) Nr. 3821/85 genannten Zeitraums jede Überschreitung der zulässigen Höchstgeschwindigkeit des Fahrzeugs, das heißt jeder Zeitraum von mehr als einer Minute, während dessen die Geschwindigkeit des Fahrzeugs 90 km/h (bei Fahrzeugen der Klasse N3 ) bzw. 105 km/h (bei Fahrzeugen der Klasse M3 ) überschritt (wobei die Fahrzeugklassen N3 und M3 der Definition in Anhang I der Richtlinie 70/156/EWG des Rates entsprechen);