Het is al voldoende te kijken naar de onacceptabele ontwerpresolutie van 17 november 2008 van de Commissie (voor zogenaamde) constitutionele zaken van het Europees Parlement, dat “herhaalt en bevestigt dat het het Verdrag (.) onderschrijft” (alsof het daartoe bevoegd is.) en van mening is dat “de lidstaten (.) het zo spoedig mogelijk moeten ratificeren”.
Dabei reicht es schon, wenn man an den inakzeptablen Entschließungsantrag vom 17. November 2008 denkt, der vom Ausschuss für (sogenannte) konstitutionelle Fragen des EP gestellt wurde. In ihm wurde „wiederholt und bestätigt, dass der Ausschuss den Vertrag befürwortet“ (als ob er dazu berechtigt wäre ...) und „auf die Notwendigkeit hingewiesen, dass dieser Vertrag durch die Mitgliedstaaten so bald wie möglich ratifiziert werden muss“.