Voorts dient het Hof de bestaanbaarheid te onderzoeken van artikel 187, § 6, van het Wetboek van strafvordering met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de aangevoerde verdragsbepalingen en met de algemene rechtsbeginselen, doordat het zou voorzien in een discriminerende beperking van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen.
Ferner muss der Gerichtshof die Vereinbarkeit von Artikel 187 § 6 des Strafprozessgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 13 der Verfassung in Verbindung mit den angeführten Vertragsbestimmungen und mit den allgemeinen Rechtsgrundsätzen prüfen, indem darin eine diskriminierende Einschränkung der Möglichkeit, Einspruch einzulegen, vorgesehen sei.