Bovendien, zoals de verwijzende rechter opmerkt, en in tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, is het verbod om gedurende drie jaar de in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de in het geding zijnde wet bedoelde roerende waarden te herinvesteren in onroerende goederen niet van dien aard dat het de duidelijkheid van de wettekst of de aantrekkingskracht van het stelsel van de eenmalige bevrijdende aangifte beter waarborgt.
Ausserdem kann, wie der vorlegende Richter bemerkt und im Gegensatz zu dem, was der Ministerrat anführt, das Verbot, während drei Jahren die Wertpapiere im Sinne von Artikel 2 § 1 Absatz 1 Nr. 2 des fraglichen Gesetzes in unbewegliche Güter zu reinvestieren, die Klarheit des Gesetzestextes oder die Attraktivität des Systems der einmaligen befreienden Erklärung nicht besser gewährleisten.