6. verzoekt de lidstaten om bij het toekennen van financiële middelen voorrang te geven aan onderwijs, opleiding, jeugd, een leven lang leren, onderzoek, innovatie en linguïstische en taalkundige verscheidenheid, omdat op die manier in toekomstige groei en economisch evenwicht wordt geïnvesteerd, en om tegelijkertijd te garanderen dat dergelijke investerin
gen een toegevoegde waarde met zich meebrengen; herhaalt in dit verband zijn verzoek aan de lidstaten om zich te richten op een totale investering van ten minste 2% van het bnp in het hoger onderwijs, zoals de Commissie in de jaarlijkse groeian
...[+++]alyse heeft aanbevolen als het vereiste minimum voor kenniseconomieën; 6. fordert die Mitgliedstaaten auf, vorrangig in den Bereichen Bildung, Ausbildung, Jugend, lebenslanges Lernen, Forschung, Innovation sowie sprachliche und kulturelle Vielfalt Ausgaben zu tätigen, die als Investition in zukünftiges Wachstum und wirtschaftliches Glei
chgewicht angesehen werden, dabei aber gleichzeitig den Mehrwert solcher Investitionen sicherzustellen; wiederholt in diesem Zusammenhang die Forderung, wie sie aus einer Empfehlung der Kommission im Jahreswachstumsbericht und Beschäftigungsbericht hervorgeht, dass als Mindestwert für die Gesamtinvestition in das Hochschulsystem ein Prozentsatz von 2 % des Bruttoinlandsprodu
...[+++]kts – das erforderliche Minimum für wissensbasierte Wirtschaften – angestrebt werden sollte;