Het criterium van de « objectieve differentiëring », dat de Ministerraad afleidt uit de verdeling van de bewijslast in de burgerlijke en de strafrechtspleging, doorstaat de a
nalyse niet langer, want het is niet objectiv
eerbaar (de houding die deze of gene beklaagde vanuit empirisch oogpunt zou kunnen aannemen en de reactie van deze of gene magistraat op die houding kunnen zeker geen objectief en redelijk criterium ter verantwoording van de betwiste discriminatie vormen), en is onwerkdadig, want krachtens artikel 1315 van het Burgerlij
...[+++]k Wetboek en artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek staat het aan het slachtoffer om de fout - die een misdrijf vormt - van diegene die door hem voor het burgerlijk gerecht is opgeroepen, te bewijzen, zodat de verweerder in de burgerlijke rechtsvordering die voor de burgerlijke rechtbank wordt opgeroepen, naar het voorbeeld van de beklaagde die voor het strafgerecht wordt vervolgd, er vanuit wettelijk oogpunt niet toe gehouden is zijn medewerking te verlenen aan de bewijsvoering; indien hij nalaat voor het door het burgerrechtelijk rechtscollege bevolen deskundigenonderzoek te verschijnen, zullen hem de - in voorkomend geval ongunstige - conclusies van de deskundige worden tegengeworpen.Das Kriterium der « objektiven Unterscheidung », das der Ministerrat aus der Verteilung der Beweislast im Zivil- und Strafverfahren ableite, halte ebenfalls nicht der Analyse stand, da es nicht objektiviert werden könne - die Haltung, die der eine oder andere Angeklagte einnehmen könnte, und die Reaktion des einen oder anderen Magistraten auf diese Haltung könnten gewiss nicht ein Kriterium zur objektiven und vernünftigen Rechtfertigung der strittigen Diskriminierung darstellen - und sei wirkungslos, weil es aufgrund von Artikel 1315 des Zivilgesetzbuches und von Artikel 870 des Gerichtsgesetzbuches dem Opfer obliege, den Fehler - der die Straftat darstelle - desjenigen, den es vor der Zivilgerichtsbarkeit verklagt habe, zu beweisen, so das
...[+++]s wie im Falle eines vor der Strafgerichtsbarkeit verfolgten Angeklagten der Beklagte im Zivilverfahren vor der Zivilgerichtsbarkeit nicht verpflichtet sei, an der Beweiserbringung mitzuarbeiten; wenn er darauf verzichte, zu der von der Zivilgerichtsbarkeit angeordneten Sachverständigenuntersuchung zu erscheinen, würden die Schlussfolgerungen - die gegebenenfalls nachteilig ausfallen würden - des Sachverständigen gegen ihn verwendet.