Bijgevolg geldt te dezen eveneens wat het Hof in zijn voormelde arrest nr. 81/2006 van 17 mei 2006 voor recht heeft gezegd, namelijk dat artikel 146, vierde lid, van het Decreet Ruimtelijke Ordening 1999, ingevoegd bij artikel 7 van het decreet van 4 juni 2003 « houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, wat het handhavingsbeleid betreft », de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet niet schendt.
Folglich gilt diesbezüglich ebenfalls, was der Hof in seinem vorerwähnten Urteil Nr. 81/2006 vom 17. Mai 2006 für Recht erkannt hat, nämlich dass Artikel 146 Absatz 4 des Raumordnungsdekrets 1999, eingefügt durch Artikel 7 des Dekrets vom 4. Juni 2003 « zur Abänderung des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung hinsichtlich der Durchführungspolitik », nicht gegen die Artikel 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung verstösst.