Wanneer partijen geen rechtskeuze hebben gemaakt, wordt de arbeidsovereenkomst aldus beheerst door het recht van het land waar de werknemer „gewoonlijk zijn arbeid verricht” of, subsidiair, door het recht van het land waar zich de vestiging van de werkgever bevindt wanneer de werknemer zijn arbeid niet gewoonlijk in één land verricht.
Haben die Parteien keine Rechtswahl getroffen, unterliegt der Arbeitsvertrag daher dem Recht des Staates, in dem der Arbeitnehmer „gewöhnlich seine Arbeit verrichtet“ oder, wenn er seine Arbeit gewöhnlich nicht in ein und demselben Staat verrichtet, dem Recht des Staates, in dem sich die Niederlassung des Arbeitgebers befindet.