3. herhaalt dat het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bevestigd dat grensoverschrijdende gokdiensten - ook diegene die langs elektronische weg worden aangeboden - een economische activiteit zijn die onder artikel 56 VWEU over het vrij verkeer van diensten vallen; bevestigt dat beperkingen op het vrij verkeer van grensoverschrijdende gokdiensten gerechtvaardigd kunnen zijn op basis van de in artikelen 51 en 52 VWEU genoemde uitzonderingsgronden, of om redenen van dwingend algemeen belang, overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Justitie;
3. weist erneut darauf hin, dass der Europäische Gerichtshof bekräftigt hat, dass grenzüberschreitende Gewinnspiele – auch solche, die elektronisch angeboten werden – eine Wirtschaftstätigkeit sind, die unter Artikel 56 AEUV (freier Verkehr von Dienstleistungen) fällt; bestätigt, dass Einschränkungen des freien Verkehrs für grenzüberschreitende Gewinnspiele durch die in den Artikeln 51 und 52 AEUV genannten Ausnahmen oder aus Gründen des übergeordneten öffentlichen Interesses im Sinne der Rechtsprechung des Gerichtshofes gerechtfertigt sein können;