De verplichting van overheidswege sloeg immers, naargelang de ouders niet-confessioneel dan wel confessioneel onderwijs wensten, hetzij op gemeenschapsscholen, hetzij op niet-confessionele dan wel confessionele vrije scholen en op zulke scholen alleen.
Die Verpflichtung auf Seiten der Obrigkeit habe nämlich, je nachdem, ob die Eltern einen nichtkonfessionellen oder einen konfessionellen Unterricht wünschten, entweder für Gemeinschaftsschulen oder für nichtkonfessionelle beziehungsweise konfessionelle freie Schulen gegolten, und ausschliesslich für solche Schulen.
