Overwegende dat bij artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2260/84 (5),
een regeling inzake produktiesteun voor olijfolie is ingesteld; dat deze steun voor op een bepaald tijdstip bestaande arealen aan olijvenproducenten die lid zijn van producentenorganisaties bedoeld in artikel 20 quater, lid 1, van Verordening nr. 136/66/EEG en wier gemiddelde produktie ten minste 100 kg olijfolie
per verkoopseizoen bedraagt ...[+++], wordt toegekend op basis van de werkelijk geproduceerde hoeveelheid olijfolie, terwijl de steun aan de andere olijvenproducenten wordt toegekend op basis van het aantal, het produktiepotentieel en de forfaitair vastgestelde opbrengst van de olijfbomen, en op voorwaarde dat de geproduceerde olijven zijn geoogst;
Artikel 5 der Verordnung Nr. 136/66/EWG des Rates vom 22. September 1966 über die Errichtung einer gemeinsamen Marktorganisation für Fette (4), zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 2260/84 (5), sieht eine Beihilferegelung für die Erzeugung von Olivenöl vor: Diese Regelung gilt für die zu einem bestimmten Zeitpunkt bepflanzten Flächen. Die Beihilfe wird nach Maßgabe der tatsächlich erzeugten Olivenölmenge denjenigen Olivenbauern gezahlt, die Mitglied einer Erzeugerorganisation im Sinne des Artikels 20c Absatz 1 der Verordnung Nr. 136/66/EWG sind und deren durchschnittliche Erzeugung mindestens 100 kg Öl pro Wirtschaftsjahr beträgt.