U. overwegende dat ondernemingen in de sociale en solidaire economie, en met name ondernemingen die werklozen opleiden en in dienst nemen, in het bijzonder arbeidskansen bieden aan mensen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, voor wie werkloosheid vaak uitloopt op langdurige werkloosheid; overwegende dat de lidstaten kunnen nagaan op welke wijze steun kan worden geboden aan ondernemingen in de sociale en solidaire economie die werklozen of uitkeringsgerechtigden in dienst nemen, onder meer door in voorkomend geval belastingen en sociale premies te verlagen;
U. in der Erwägung, dass Unternehmen der Sozial- und Solidarwirtschaft und insbesondere Schulungs- und Eingliederungsunternehmen vor allem denjenigen Personen Beschäftigungsmöglichkeiten bieten, die am stärksten vom Arbeitsmarkt ausgeschlossen sind und deren Arbeitslosigkeit häufig in eine Langzeitarbeitslosigkeit übergeht; in der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten die Unterstützung von Unternehmen der Sozial- und Solidarwirtschaft, die Arbeitslose und Leistungsempfänger einstellen, in Betracht ziehen könnten, beispielsweise – wo angemessen – durch Steuerermäßigungen und soziale Prämien;
