Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «wet er immers naar streeft » (Néerlandais → Allemand) :

Artikel 19bis-11, § 2, van de wet van 21 november 1989 bevat immers zelf geen enkele beperking van de vergoeding die daarbij wordt beoogd naar gelang van de contractuele relatie die bestaat tussen een van de verzekeraars burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de betrokken voertuigen en een van de benadeelde personen.

Artikel 19bis-11 § 2 des Gesetzes vom 21. November 1989 enthält nämlich selbst keinerlei Einschränkung der darin vorgesehenen Wiedergutmachung entsprechend dem Vertragsverhältnis zwischen einem der Haftpflichtversicherer der beteiligten Fahrzeuge und einer der geschädigten Personen.


De in het geding zijnde bepaling leidt er evenwel toe dat de verzekeringsprestatie door de verzekeraar aan geen enkele begunstigde kan worden uitgekeerd in het geval waarin de verzekeringnemer die een algemene legataris heeft aangesteld maar wiens wettelijke erfgenamen niet bekend zijn, zoals te dezen, tijdens de in die bepaling bedoelde periode van twee jaar overlijdt : enerzijds, zou de algemene legataris immers geen aanspraak kunn ...[+++]

Die fragliche Bestimmung führt jedoch dazu, dass die Versicherungsleistung durch den Versicherer keinem Begünstigten gewährt werden kann, falls der Versicherungsnehmer, der einen Universalvermächtnisnehmer bestimmt hat, dessen gesetzliche Erben jedoch nicht bekannt sind, wie im vorliegenden Fall, während des in dieser Bestimmung vorgesehenen Zeitraums von zwei Jahren verstirbt; einerseits könnte der Universalvermächtnisnehmer sich nämlich nicht auf die Anwendung von Artikel 110/1 des Gesetzes vom 25. Juni 1992 berufen, da der Vorteil dieser Bestimmung vom Ablauf des in der fraglichen Bestimmung vorgesehenen Zeitraums von zwei Jahren ab ...[+++]


32. bevestigt opnieuw dat strafrechtelijk onderzoek en vervolgingen op bewijs gebaseerd, transparant, onpartijdig en niet politiek gemotiveerd moeten zijn, waarbij de beginselen van een goede rechtsgang en het recht op een eerlijk proces geëerbiedigd moeten worden, overeenkomstig de afspraken van de associatieovereenkomst; benadrukt dat voorarrest een uitzonderlijke maatregel is en alleen in dringende en ondubbelzinnige omstandigheden opgelegd mag worden, met strikte toepassing van de wet en met waarborging van een goede behandeling; verwelkomt de bevestiging van het grondwettelijk hof dat een dergelijke maatregel beperkt moet blijven tot negen maanden, ...[+++]

32. bekräftigt, dass strafrechtliche Ermittlungen und die Strafverfolgung im Einklang mit den Verpflichtungen, die sich aus den Assoziierungsabkommen ergeben, beweisbedürftig sind und transparent und unparteiisch durchgeführt werden müssen, nicht politisch motiviert sein dürfen, den Grundsätzen eines ordnungsgemäßen Verfahren entsprechen müssen und unter umfassender Wahrung der Grundsätze eines fairen Verfahrens durchgeführt werden müssen; betont, dass die Untersuchungshaft eine Sondermaßnahme darstellt, die nur in dringenden, eindeutigen Umständen zur Anwendung kommen sollte und in jeder Hinsicht rechtskonform sein muss und in deren Ra ...[+++]


Als het Gemeenschappelijke Gerecht voor intellectuele eigendom bij de door hem behandelde zaken meer algemene aspecten van het Gemeenschapsrecht moet interpreteren, kan het deze immers in het belang van de wet naar het Hof van Justitie verwijzen.

Hätte das Gemeinschaftsgericht für geistiges Eigentum im Rahmen der von ihm geführten Verfahren Auslegungen zu allgemeineren Aspekten des Gemein schaftsrechts vorzunehmen, wäre es nach dem geänderten EG-Vertrag nämlich möglich, anschließend den Gerichtshof im Interesse der Wahrung des Rechts anzurufen.


Hetzelfde geldt voor de derde prejudiciële vraag : door te bepalen dat het normale loon waarop het betrekking heeft, berekend wordt « volgens de wetgeving op de feestdagen », verwijst artikel 56, derde lid, van de wet van 3 juli 1978 immers naar artikel 14 van de wet van 4 januari 1974, en neemt het de door die bepaling aan de Koning verleende machtiging over.

Das Gleiche gilt für die dritte präjudizielle Frage; indem Artikel 56 Absatz 3 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 nämlich bestimmt, dass die darin vorgesehene normale Entlohnung « gemäss der Gesetzgebung über die Feiertage » berechnet wird, verweist er auf Artikel 14 des Gesetzes vom 4. Januar 1974 und übernimmt er die durch diese Bestimmung dem König erteilte Ermächtigung.


Bij de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie wordt de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum opgeheven (artikel 54) omdat zij niet meer aangepast zou zijn aan de grondige economische en sociale veranderingen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, p. 3); de nieuwe wet wordt immers in die zin voorgesteld dat zij de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wil belasten met de taak « te zoeken ...[+++]

Das Gesetz vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung hebt das Gesetz vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf ein Existenzminimum auf (Artikel 54), da davon ausgegangen wird, dass dieses nicht mehr den tiefgreifenden wirtschaftlichen und gesellschaftlichen Veränderungen entspricht (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, S. 3); es wird nämlich so dargestellt, als solle es den öffentlichen Sozialhilf ...[+++]


Enerzijds streeft de Unie immers naar meer mobiliteit voor de Europese burgers op de arbeidsmarkt en naar het wegnemen van obstakels. Anderzijds ontzegt zij de toegang tot scholen aan kinderen van potentiële werknemers van verschillende instellingen en bedrijven in heel de Unie.

Immerhin versucht die EU einerseits, die Mobilität der europäischen Bürger auf dem Arbeitsmarkt zu erhöhen und Barrieren zu beseitigen, andererseits versperrt sie für Kinder von potenziellen Mitarbeitern verschiedener Institutionen und Unternehmen aus der gesamten EU den Zugang zu den Europäischen Schulen.


Bij de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie wordt de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum opgeheven (artikel 54) omdat zij niet meer aangepast zou zijn aan de grondige economische en sociale veranderingen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, p. 3); de nieuwe wet wordt immers in die zin voorgesteld dat zij de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wil belasten met de taak « te zoeken ...[+++]

Das Gesetz vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung hebt das Gesetz vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf ein Existenzminimum auf (Artikel 54), da davon ausgegangen wird, dass dieses nicht mehr den tiefgreifenden wirtschaftlichen und gesellschaftlichen Veränderungen entspricht (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, S. 3); es wird nämlich so dargestellt, als solle es den öffentlichen Sozialhilf ...[+++]


Overeenkomstig de rechtspraak van het Hof (arresten nr. 56/93 van 8 juli 1993 en nr. 90/94 van 22 december 1994) dient, in het raam van de grondwettigheidstoetsing van het in het geding zijnde artikel 14, die bepaling niet los te worden gezien van de andere bepalingen van de wet op de handelshuurovereenkomsten, vermits die wet er immers naar streeft een algeheel evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de verhuurder en die van de huurder.

In Ubereinstimmung mit der Rechtsprechung des Hofes (Urteile Nr. 56/93 vom 8. Juli 1993 und Nr. 90/94 vom 22. Dezember 1994) müsse im Rahmen der Verfassungsmässigkeitsprüfung des beanstandeten Artikels 14 diese Bestimmung nicht unabhängig von den anderen Bestimmungen des Gesetzes über die gewerblichen Mietverträge gesehen werden, da dieses Gesetz ja ein allgemeines Gleichgewicht zwischen den Interessen des Vermieters und des Mieters anstrebe.


De artikelen 111 en 113 van de wet van 12 juli 1978 zijn weliswaar ook opgeheven bij de wet van 7 januari 1998, doch de laatstvermelde wet bevat immers bepalingen die gelijkwaardig zijn aan de vroegere wetgeving en verwijst voor het overige naar de strafbepalingen van de algemene wet inzake douane en accijnzen.

Die Artikel 111 und 113 des Gesetzes vom 12. Juli 1978 seien zwar auch durch das Gesetz vom 7. Januar 1998 aufgehoben worden, doch enthalte das letztgenannte Gesetz Bestimmungen, die gleichwertig mit der früheren Gesetzgebung seien, und verweise im übrigen auf die Strafbestimmungen des allgemeinen Zoll- und Akzisengesetzes.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'wet er immers naar streeft' ->

Date index: 2023-02-17
w