In zijn arrest nr. 14/2003 heeft het Hof eraan herinnerd dat de wetgever sedert de wet van 18 juli 1991 heeft gekozen voor een rekruteringswijze in de magistratuur die ervan uitgaat dat de kandidaten zich onderwerpen aan een vergelijkend examen of aan een examen op grond waarvan op een objectieve manier kan worden geoordeeld of zij de noodzakelijke maturiteit en bekwaamheid bezitten voor de uitoefening van het ambt van magistraat (artikel 259bis -9, § 1, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek).
In seinem Urteil Nr. 14/2003 hat der Hof daran erinnert, dass der Gesetzgeber sich seit dem Gesetz vom 18. Juli 1991 für eine Anwerbungsweise in der Magistratur entscheiden hat, die davon ausgeht, dass die Bewerber eine Prüfung im Wettbewerbsverfahren oder eine Prüfung, anhand deren objektiv beurteilt werden kann, ob sie die erforderliche Reife und Befähigung zur Ausübung des Amtes als Magistrat besitzen, ablegen (Artikel 259bis -9 § 1 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches).