Een ambtstermijn van zes jaar met de mogelijkheid van verlenging, zoals voor het Hof van Justitie (artikel 223, eerste en vierde alinea, van het EG-Verdrag) en het Gerecht van eerste aanleg (artikel 224, tweede alinea, van het EG-Verdrag) lijkt ook goed voor het Gemeenschapsoctrooigerecht.
Als Amtszeit erscheinen auch für die Richter des Gemeinschaftspatentgerichts sechs Jahre mit der Möglichkeit der Wiederernennung angemessen, und zwar in Anlehnung an die Regelungen für den Gerichtshof in Artikel 223 Absatz 1 und 4 EGV und für das Gericht erster Instanz in Artikel 224 Absatz 2 EGV.