Traduction de «wil de commissie een nieuw governancekader opzetten waarin toezichthouders nieuwe bevoegdheden » (Néerlandais → Allemand) :

2. Ook wil de Commissie een nieuw governancekader opzetten waarin toezichthouders nieuwe bevoegdheden krijgen om de banken nauwgezetter te volgen en eventueel sancties op te leggen wanneer zij bepaalde risico's zien. Zo mogen zij de kredietverlening aan banden leggen als er een zeepbel lijkt te ontstaan.
Die Kommission will außerdem einen neuen Governance-Rahmen schaffen, in dem die Aufsichtsbehörden neue Befugnisse erhalten sollen, um Banken enger überwachen und mit etwaigen Sanktionen belegen zu können, wenn Risiken entdeckt werden; z.B. sollen sie die Kredite einschränken können, wenn die Entstehung einer Kreditblase droht.

Voorts wil de Commissie een governancekader opzetten waarin nationale toezichthouders nieuwe bevoegdheden krijgen om de banken nauwgezetter te volgen en eventueel sancties op te leggen wanneer zij bepaalde risico's zien. Als er ergens een zeepbel lijkt te ontstaan, zouden zij bijvoorbeeld de kredietverlening aan banden mogen leggen.
Die Kommission will außerdem eine neue Governance schaffen, wobei die Aufsichtsbehörden neue Befugnisse erhalten sollen, um Banken enger überwachen und mit etwaigen Sanktionen belegen zu können, wenn Risiken entdeckt werden; so können die Aufsichtsbehörden beispielsweise die Kredite einschränken, wenn eine Kreditblase zu entstehen droht.

In zijn brieven aan elke commissaris, waarin hij hen hun nieuwe bevoegdheden toewees, heeft voorzitter Barroso de nadruk gelegd op de cruciale rol die de Commissie speelt als gangmaker van de inspanningen die de EU levert om de uitdagingen van morgen aan te gaan, en op de nieuwe mogelijkheden die het Verdrag van Lissabon biedt.
Präsident Barroso hat in seinen Schreiben an die einzelnen Kommissionsmitglieder, in denen er ihre neuen Aufgabenbereiche umrissen hat, die grundlegende Bedeutung der Kommission als treibende Kraft der EU bei der Bewältigung der anstehenden Herausforderungen unterstrichen und auf die neuen Möglichkeiten hingewiesen, die der Lissabon-Vertrag bietet.

47. beklemtoont dat, wat betreft de benoeming van het nieuwe College, de procedure pas zou moeten worden begonnen nadat de resultaten van het tweede referendum in Ierland bekend zijn; wijst erop dat de instellingen op die manier volledig op de hoogte zijn van het toekomstige wettelijke kader waarin de nieuwe Commissie haar mandaat zal gaan uitoefenen en dus naar behoren rekening kan worden gehouden met hun respectieve bevoegdheden binnen de procedure, alsmede met de samenstelling, structuur en bevoegdheden van de nieuwe Commissie; indien het referendum een positief resultaat heeft, zou de formele goedkeuring van het nieuwe College, inclusief de Voorzitter en de Ondervoorzitter van de Commissie (Hoge Vertegenwoordiger), door het Europees Parlement pas moeten plaatsvinden na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon;
47. betont, dass das Verfahren zur Ernennung des neuen Kollegiums auf alle Fälle erst nach Bekanntwerden der Ergebnisse des zweiten Referendums in Irland eingeleitet werden sollte; weist darauf hin, dass sich die Organe dadurch des künftigen rechtlichen Kontexts, in dem die neue Kommission ihr Mandat ausüben würde, voll und ganz bewusst wären und sie ihre jeweiligen Befugnisse im Verfahren sowie die Zusammensetzung, Struktur und Kompetenzen der neuen Kommission angemessen berücksichtigen könnten; ist ferner der Ansicht, dass im Falle eines positiven Ausgangs des Referendums die förmliche Zustimmung des Europäischen Parlaments zum neuen Kollegium, einschließlich des Präsidenten und des Vizepräsidenten der Kommission (Hoher Vertreter), erst nach dem Inkrafttreten des Vertrags von Lissabon erfolgen sollte;

46. beklemtoont dat, wat betreft de benoeming van het nieuwe College, de procedure pas zou moeten worden begonnen nadat de resultaten van het tweede referendum in Ierland bekend zijn; wijst erop dat de instellingen op die manier volledig op de hoogte zijn van het toekomstige wettelijke kader waarin de nieuwe Commissie haar mandaat zal gaan uitoefenen en dus naar behoren rekening kan worden gehouden met hun respectieve bevoegdheden binnen de procedure, alsmede met de samenstelling, structuur en bevoegdheden van de nieuwe Commissie; indien het referendum een positief resultaat heeft, zou de formele goedkeuring van het nieuwe College, inclusief de Voorzitter en de Ondervoorzitter van de Commissie (Hoge Vertegenwoordiger), door het Europees Parlement pas moeten plaatsvinden na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon;
46. betont, dass das Verfahren zur Ernennung des neuen Kollegiums auf alle Fälle erst nach Bekanntwerden der Ergebnisse des zweiten Referendums in Irland eingeleitet werden sollte; weist darauf hin, dass sich die Organe dadurch des künftigen rechtlichen Kontexts, in dem die neue Kommission ihr Mandat ausüben würde, voll und ganz bewusst wären und sie ihre jeweiligen Befugnisse im Verfahren sowie die Zusammensetzung, Struktur und Kompetenzen der neuen Kommission angemessen berücksichtigen könnten; ist ferner der Ansicht, dass im Falle eines positiven Ausgangs des Referendums die förmliche Zustimmung des Europäischen Parlaments zum neuen Kollegium, einschließlich des Präsidenten und des Vizepräsidenten der Kommission (Hoher Vertreter), erst nach dem Inkrafttreten des Vertrags von Lissabon erfolgen sollte;

10. wijst verder op Verklaring nr. 14 van de IGC, waarin staat dat het GBVB geen gevolgen heeft voor de bestaande rechtsgrondslag, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van elke lidstaat betreffende zijn eigen buitenlands beleid, en betreurt ten zeerste de gratuite en misleidende verklaring dat de nieuwe GBVB-bepalingen geen nieuwe bevoegdheden aan de Commissie geven om besluiten te initiëren en de rol van het Parlement niet vergroten;
10. verweist ferner auf die Erklärung Nr. 14, in der betont wird, dass die GASP die bestehenden Rechtsgrundlagen, die Zuständigkeiten und die Befugnisse der einzelnen Mitgliedstaaten in Bezug auf ihre Außenpolitik nicht berührt, und bedauert sehr die so unnötige wie irreführende Feststellung, dass die neuen GASP-Bestimmungen der Kommission keine neuen Befugnisse zur Einleitung von Beschlüssen übertragen und die Rolle des Parlaments nicht erweitern;

6. is van mening dat het succes van het nieuwe toerismebeleid van de EU afhangt van de weerklank die het vindt bij de deelnemers op alle niveaus en de mate waarin die actief daarin participeren alsook van de mate waarin duurzaam toerisme doeltreffend wordt bevorderd en actief wordt bijgedragen aan het opzetten van efficiënte thematische netwerken; verzoekt de Commissie, de lidstaten en de regio’s de opbouw van netwerken en partnerschappen te bevorderen en te ondersteunen die het uitwisselen van ervaringen en goede praktijken in de toerismebranche dienen, ervoor te zorgen dat lering wordt getrokken uit fouten uit het verleden om soortgelijke fouten in de toekomst te vermijden, en nieuwe gebieden van samenwerking te verkennen zoals jumelage en de mogelijkheid om op basis van bestaande communautaire initiatieven en programma's o.a. een specifiek opleidingsnetwerk voor banen in de toeristensector te creëren waarmee interactie met de arbeidsmarkt mogelijk wordt alsook een kennisnetwerk voor duurzaam toerisme waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met initiatieven in het kader van de lokale Agenda 21;
6. ist der Ansicht, dass der Erfolg der neuen EU-Tourismuspolitik davon abhängt, wie sie von den Beteiligten auf allen Ebenen angenommen wird und in welchem Maße sich diese aktiv daran beteiligen, sowie von der Effizienz bei der Förderung des nachhaltigen Fremdenverkehrs und vom aktiven Beitrag zur Schaffung effizienter thematischer Netzwerke; fordert die Kommission, die Mitgliedstaaten und die Regionen auf, die Einrichtung von Netzwerken und Partnerschaften zu fördern und zu unterstützen, die dem Austausch von Erfahrungen und bewährten Verfahren im Bereich des Fremdenverkehrs dienen, wobei sichergestellt werden muss, dass aus Fehlern der Vergangenheit gelernt wird, um in Zukunft ähnliche Fehler zu vermeiden, und neue Gebiete der Zusammenarbeit zu erschließen wie etwa Partnerschaften und die Möglichkeit in Betracht zu ziehen, auf der Grundlage bestehender Gemeinschaftsinitiativen und -programme unter anderem ein spezielles Bildungsnetz für Fremdenverkehrsberufe einzurichten, das eine Verzahnung mit dem Arbeitsmarkt ermöglichen würde, sowie ein Wissensnetzwerk für den nachhaltigen Tourismus unter besonderer Berücksichtigung der Initiativen im Rahmen von Lokale Agenda 21;