1. Een lidstaat waarvoor een procedure bij buitensporige onevenwichtigheden is ingeleid, legt op basis van, en binnen de termijn vermeld in, de aanbeveling van de Raad als bedoeld in artikel 7, lid 2, een plan met corrigerende maatregelen voor aan de Raad en de Commissie.
(1) Jeder Mitgliedstaat, gegen den ein Verfahren bei einem übermäßigen Ungleichgewicht eingeleitet wird, legt dem Rat und der Kommission auf der Grundlage der Empfehlung des Rates nach Artikel 7 Absatz 2 und innerhalb einer in dieser Empfehlung festzulegenden Frist einen Korrekturmaßnahmenplan vor.