Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aanhouding van de uitspraak
Arbitraal vonnis
Arbitrale beslissing
Arbitrale uitspraak
Arrest
Etymologie
Fonetiek
Grammatica
Lexicologie
Linguïstiek
Opschorting
Opschorting van de uitspraak van de veroordeling
Rechter die het eerst uitspraak heeft gedaan
Rechter van de het eerst gedane uitspraak
Rechterlijke uitspraak
Scheidsrechterlijke regeling
Scheidsrechterlijke uitspraak
Schorsing van behandeling
Schorsing van de procedure
Semantiek
Spelling
Spraakkunst
Taalkunde
Taalwetenschap
Uitspraak
Uitspraak doen
Uitspraak van het Hof
Uitstel van uitspraak
Vonnis

Traduction de «wordt verzocht uitspraak » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
aanhouding van de uitspraak | schorsing van behandeling | schorsing van de procedure | uitstel van uitspraak

Aussetzung des Verfahrens


vonnis [ arrest | rechterlijke uitspraak | uitspraak van het Hof ]

Urteil [ Gerichtsurteil | richterliche Verfügung | Urteilsspruch ]


rechter die het eerst uitspraak heeft gedaan | rechter van de het eerst gedane uitspraak

Gericht,das als erstes entschieden hat


arbitraal vonnis | arbitrale beslissing | arbitrale uitspraak | scheidsrechterlijke regeling | scheidsrechterlijke uitspraak

schiedsgerichtliche Entscheidung | Schiedsspruch


opschorting | opschorting van de uitspraak van de veroordeling

Aussetzung | Aussetzung der Verurteilungsverkündung




opschorting van de uitspraak van de veroordeling

Aussetzung der Verkündung der Verurteilung






taalwetenschap [ etymologie | fonetiek | grammatica | lexicologie | linguïstiek | semantiek | spelling | spraakkunst | taalkunde | uitspraak ]

Sprachwissenschaft [ angewandte Sprachwissenschaft | Etymologie | Grammatik | Lexikologie | Linguistik | Morphologie | Phonetik | Pragmalinguistik | Rechtschreibung | Semantik | Sprachforschung | Sprechtechnik ]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het verschil in behandeling dat bij artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek zou worden gemaakt tussen, enerzijds, de personen die, op grond van artikel 167, zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, een beroep instellen tegen de weigering van de ambtenaar van de burgerlijke stand om hun huwelijk te voltrekken en die voor de rechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, in het ongelijk worden gesteld, en, anderzijds, de ambtenaar van de burgerlijke stand die voor die rechtbank in het ongelijk wordt gesteld.

Der Gerichtshof wird gebeten, darüber zu befinden, ob mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung der Behandlungsunterschied vereinbar sei, der durch Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches zwischen den Personen, die aufgrund von Artikel 167 Absatz 6 des Zivilgesetzbuches gegen die Weigerung des Standesbeamten, ihre Trauung vorzunehmen, Beschwerde einlegten und vor dem befassten Gericht in der Sache unterlägen, einerseits und dem vor diesem Gericht in der Sache unterliegenden Standesbeamten andererseits gemacht werde.


Uit de uiteenzetting van het beroep tot vernietiging dat aan de oorsprong ligt van de zaak nr. 6355 blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de grondwettigheid van artikel 86 van de programmawet van 10 augustus 2015, niet alleen in zoverre bij die bepaling een verschil in behandeling wordt ingevoerd tussen twee categorieën van intercommunales maar ook in zoverre daarbij de intercommunales die zijn aangewezen als elektriciteitsdistributienetbeheerder in de zin van artikel 6 van het decreet van het Waalse Gewest van 12 april 2001 « betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt » op dezelfde wijze worden ...[+++]

Aus den Darlegungen der Nichtigkeitsklage, die der Rechtssache Nr. 6355 zugrunde liegt, geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Verfassungsmäßigkeit von Artikel 86 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 zu befinden, nicht nur, insofern durch diese Bestimmung ein Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Interkommunalen eingeführt werde, sondern auch, insofern dadurch die Interkommunalen, die als Betreiber eines Elektrizitätsverteilernetzes im Sinne von Artikel 6 des Dekrets der Wallonischen Region vom 12. April 2001 « bezüglich der Organisation des regionalen Elektrizitätsmarkts » bezeichnet würden, auf die ...[+++]


Uit de uiteenzetting van het beroep tot vernietiging blijkt dat het Hof vervolgens wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172, eerste lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 171 van de Grondwet, van artikel 26, eerste lid, 3° en 6°, en derde lid, van de wet van 19 december 2014, zoals ingevoegd bij artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, in zoverre die bepaling afbreuk zou doen aan het « beginsel van de annualiteit van de belasting » ten nadele van de intercommunales die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen.

Aus den Darlegungen der Nichtigkeitsklage geht hervor, dass der Gerichtshof sodann gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 26 Absatz 1 Nrn. 3 und 6 und Absatz 3 des Gesetzes vom 19. Dezember 2014, eingefügt durch Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015, mit den Artikeln 10, 11 und 172 Absatz 1 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 171 zu befinden, insofern diese Bestimmung den « Grundsatz der Jährlichkeit der Steuer » zum Nachteil der Interkommunalen, die der Gesellschaftssteuer unterlägen, verletze.


Uit de uiteenzetting van het beroep tot vernietiging blijkt dat het Hof eerst wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172, eerste lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met het beginsel van niet-retroactiviteit van de wetten, van artikel 26, eerste lid, 3° en 6°, en derde lid, van de wet van 19 december 2014, zoals ingevoegd bij artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, in zoverre bij die bepaling een retroactieve werking zou worden verleend aan de onderwerping aan de vennootschapsbelasting van de intercommunales waarvan het boekjaar aanvangt bij het begin van het kalenderjaar e ...[+++]

Aus den Darlegungen der Nichtigkeitsklage geht hervor, dass der Gerichtshof zunächst gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 26 Absatz 1 Nrn. 3 und 6 und Absatz 3 des Gesetzes vom 19. Dezember 2014, eingefügt durch Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015, mit den Artikeln 10, 11 und 172 Absatz 1 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Nichtrückwirkung der Gesetze zu befinden, insofern durch diese Bestimmung der Unterwerfung jener Interkommunalen unter die Gesellschaftssteuer, deren Rechnungsjahr zu Beginn des Kalenderjahres beginne und an dessen Ende ablaufe und die seit dem Steuerjahr 2016 dieser Steuer ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Uit de uiteenzetting van het beroep tot vernietiging blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 26, eerste lid, 3° en 6°, en derde lid, van de wet van 19 december 2014, zoals ingevoegd bij artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015, in zoverre bij die bepaling een retroactieve werking zou worden verleend aan de onderwerping aan de vennootschapsbelasting van de intercommunales waarvan het boekjaar aanvangt aan het begin van het kal ...[+++]

Aus den Darlegungen der Nichtigkeitsklage geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 26 Absatz 1 Nrn. 3 und 6 und Absatz 3 des Gesetzes vom 19. Dezember 2014, eingefügt durch Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015, mit Artikel 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention zu befinden, insofern durch diese Bestimmung der Unterwerfung jener Interkommunalen unter die Gesellschaftssteuer, deren Rechnungsjahr zu Beginn des Kalenderjahres beginne und an dessen Ende ablaufe und die seit dem Steuerjahr 2016 dieser Steuer u ...[+++]


Uit de uiteenzetting van het beroep tot vernietiging blijkt tot slot dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van artikel 92 van de programmawet van 10 augustus 2015 met de artikelen 10, 11 en 172, eerste lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met een algemeen rechtsbeginsel dat elke dubbele belasting verbiedt.

Schließlich geht aus den Darlegungen der Nichtigkeitsklage hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 92 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 mit den Artikeln 10, 11 und 172 Absatz 1 der Verfassung in Verbindung mit einem allgemeinen Rechtsgrundsatz, der jede Doppelbesteuerung verbietet, zu befinden.


Het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 488bis, h), § 2, zesde lid.

Der Gerichtshof wird gebeten, über die Vereinbarkeit von Artikel 488bis h) § 2 Absatz 6 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu befinden.


Uit de uiteenzetting van het middel blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van artikel 74/9 van de wet van 15 december 1980 met de artikelen 10, 11, 12, eerste en tweede lid, en 191 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 9, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 5.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de bestreden bepaling de opsluiting van minderjarige kinderen zou mogelijk maken.

Aus der Darlegung des Klagegrunds geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 74/9 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 mit den Artikeln 10, 11, 12 Absätze 1 und 2 und 191 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 9 Absatz 1 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte und mit Artikel 5 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention zu befinden, insofern die angefochtene Bestimmung die Inhaftierung von minderjährigen Kindern ermöglichen würde.


Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing en de procedurestukken die zijn overgezonden door het verwijzende rechtscollege blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak te doen over de bestaanbaarheid van artikel 73quater van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders - in zoverre het het kind dat, geboren uit een onbekende vader en verlaten door zijn moeder, door een natuurlijke persoon ten laste is genomen met toepassing van de Marokkaanse wet betreffende de tenlasteneming van verlaten kinderen (kafala), uitsluit van het voordeel van de adoptiepremie die het instelt - met artikel 22bis van de Grondwet en ...[+++]

Aus der Begründung der Vorlageentscheidung und den durch das vorlegende Rechtsprechungsorgan übermittelten Verfahrensunterlagen geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 73quater der koordinierten Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger - indem er Kinder, deren Vater unbekannt sei, die von ihrer Mutter verlassen worden seien und die durch eine natürliche Person in Anwendung des marokkanischen Gesetzes in Bezug auf die Aufnahme verlassener Kinder (Kafala) aufgenommen würden, von dem Vorteil der durch diesen Artikel eingeführten Adoptionsprämie ausschließe - mit Artikel 22bis der Verfas ...[+++]


Met de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van die bepaling, in zoverre zij voor de verdachte in een termijn van vierentwintig uren voorziet om verzet aan te tekenen tegen de beschikking van de raadkamer waarbij de feiten bewezen worden verklaard en waarbij de opschorting van de uitspraak van de veroordeling wordt uitgesproken, terwijl krachtens artikel 135, §§ 1 en 3, van het Wetboek van strafvordering, de procureur des Konings en de burgerl ...[+++]

Mit der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, über die Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu befinden, insofern darin für den Beschuldigten eine Frist von vierundzwanzig Stunden vorgesehen sei, um Einspruch gegen den Beschluss der Ratskammer einzulegen, mit dem der Tatbestand für erwiesen erklärt und die Aussetzung der Verkündung der Verurteilung beschlossen werde, während aufgrund von Artikel 135 §§ 1 und 3 des Strafprozessgesetzbuches der Prokurator des Königs und die Zivilpartei über eine Frist von fünfzehn Tagen verfügten, um Berufung gegen einen Einstellungsbeschluss desselben R ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'wordt verzocht uitspraak' ->

Date index: 2020-12-26
w