De verzoekende partij is van mening dat artikel 11 van de wet van 26 mei 2002 een onverantwoord verschil in behandeling invoert tussen de personen aan wie een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie wordt opgelegd dat het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst, die een voorwaarde zal vormen voor hun recht op het verkrijgen van een leefloon, en diegenen voor wie dat recht niet met een dergelijke overeenkomst gepaard zal gaan.
Nach Auffassung der klagenden Partei führe Artikel 11 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 einen ungerechtfertigten Behandlungsunterschied ein zwischen den Personen, denen ein individualisiertes Projekt zur sozialen Eingliederung auf der Grundlage einer Vereinbarung auferlegt werde, die eine Voraussetzung für ihr Recht auf Erhalt eines Eingliederungseinkommens bilde, und denjenigen, bei denen dieses Recht nicht an eine solche Vereinbarung gebunden sei.