Door te bepalen dat bij ontstentenis van een uitspraak door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen binnen tweeënzeventig uren, de dwanguitvoering van de verwijderings- of de terugdrijvingsmaatregel opnieuw mogelijk wordt, schenden artikel 39/82, § 4, tweede lid, in fine, en artikel 39/85, derde lid, in fine, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 13, zelf gecombineerd met de artikelen 3 en 8, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Indem die Artikel 39/82 § 4 Absatz 2 in fine und Artikel 39/85 Absatz 3 in fine festlegen, dass in Ermangelung eines Urteils des Rates für Ausländerstreitsachen innerhalb von zweiundsiebzig Stunden die Zwangsvollstreckung der Entfernungs- oder der Abweisungsmassnahme erneut möglich wird, verstossen sie gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention, seinerseits kombiniert mit deren Artikeln 3 und 8.