Tevens kan men zich afvragen of, in een dergelijke hypothese, het niet passend zal zijn (met het oog op het waarborgen van een redelijke termijn waarin over een zaak uitspraak moet worden gedaan en op het handhaven van een minimum aan rechtszekerheid en vertrouwen van de burgers in de werking van het strafgerecht) te besluiten dat er geen discriminatie is voor alle deskundigenonderzoeken die werden uitgevoerd vóór de bekendmaking van het te wijzen arrest en die geen contradictoir karakter hadden (toepassing bij analogie van artikel 8, tweede lid, van de wet van 6 januari 1989).
Gle
ichzeitig könne man sich fragen, ob es in einer solchen Hypothese nicht angebracht sei (in der Sorge um die Gewährleistung der vernünftig
en Frist, innerhalb deren in einem Prozess geurteilt werden müsse, und um die Aufrechterhaltung eines Mindestmasses an Rechtssicherheit und Vertrauen der Bürger in die Arbeitsweise der Strafgerichtsbarkeit), auf das Nichtvorhandensein einer Diskriminierung für alle Begutachtungen, die vor der Veröffentlichung des zu fällenden Urteils durchgeführt worden seien und nicht kontrad
...[+++]iktorisch gewesen seien, zu schliessen (analoge Anwendung von Artikel 8 Absatz 2 des Gesetzes vom 6. Januar 1989).