In zoverre het middel aanvoert dat er geen noodzaak bestond om een dergelijke bevoegdheid aan de Koning te delegeren, beoogt het in werkelijkheid artikel 82 van de wet van 24 december 1976, zoals vervangen bij artikel 187 van de wet van 21 december 1994, bepaling die niet ter beoordeling aan het Hof is voorgelegd.
Insofern in dem Klagegrund angeführt wird, es habe keine Notwendigkeit bestanden, dem König eine solche Befugnis zu übertragen, bezieht er sich in Wirklichkeit auf Artikel 82 des Gesetzes vom 24. Dezember 1976 in der durch Artikel 187 des Gesetzes vom 21. Dezember 1994 ersetzten Fassung, eine Bestimmung, die dem Hof nicht zur Beurteilung vorgelegt wurde.