3. Met terdege inachtneming van de onafhankelijkheid van de beroepsgroep en van de rol van diegenen die voor de opleiding van advocaten verantwoordelijk zijn, nemen de lidstaten passende maatregelen om ervoor te zorgen dat advocaten die te maken krijgen met strafzaken waarbij kinderen betrokken zijn, een specifieke opleiding als bedoeld in lid 2 volgen.
(3) Unter gebührender Achtung der Unabhängigkeit der Rechtsberufe und der Rolle derjenigen, die für die Weiterbildung von Rechtsanwälten zuständig sind, ergreifen die Mitgliedstaaten geeignete Maßnahmen zur Förderung spezieller Weiterbildungsmaßnahmen gemäß Absatz 2 für Rechtsanwälte, die Strafverfahren mit Beteiligung von Kindern bearbeiten.