13. is van mening dat in samenhang hiermee de plannen ten aanzien
van de diensten van algemeen belang moeten worden
voortgezet, met als doel meer efficiëntie en concurrentievermogen, waa
rbij het universele karakter van deze diensten en het subsidiariteitsbeginsel in acht moet worden genomen, ongeacht of het om particuliere of openbare eigendom gaat; is van mening dat de lidstaten in dit verband een rigoureus
concurren ...[+++]tiebeleid moeten voeren dat dominante posities of marktvervalsing verhindert waar de consument de dupe van is; is van menind dat de consument vrij moet zijn zich een dienstverlener te kiezen; 13. vertritt die Ansicht, dass in diesem Rahmen die Vorhaben im Bereich der Dase
insfürsorge mit dem Ziel der Steigerung der Effizienz und der Wettbewerbsfähigkeit unter Achtun
g ihres universalen Charakters und unter Wahrung des Subsidiaritätsprinzips verfolgt werden müssen,
und zwar unabhängig davon, ob sie Privat- oder Staatseigentum sind; ist der Auffassung, dass die Mitgliedstaaten in diesem Sinne eine rigorose Wettbewer
bspolitik ...[+++]betreiben sollten, die marktbeherrschende Stellungen oder Wettbewerbsverzerrungen auf den Märkten verhindert, die die Interessen der Verbraucher schädigen, denen die Möglichkeit geboten werden sollte, ihren Dienstleistungsanbieter zu wählen;