Vertaling van "zou mijn verontwaardiging willen uiten " (Nederlands → Duits) :

Maar ik zou daarnaast, namens de fractie waar ik toe behoor, bovenal onze verontwaardiging willen uiten over de plotselinge verslechtering van de situatie van de christenen in Irak en onze gevoelens willen uitspreken over de recente moordaanvallen op de christelijke gemeenschappen in Irak, met name de lafhartige gijzeling in de Oud-Syrische kathedraal in Bagdad waar op 31 oktober jongstleden 58 doden vielen.
Jedoch möchte ich auch vor allem die Empörung meiner Fraktion über die starke Verschlechterung der Situation der sich im Irak befindenden Christen zum Ausdruck bringen, und auch über die kürzlichen tödlichen Angriffe auf die christlichen Gemeinschaften im Irak, insbesondere die feige Geiselnahme in der Kathedrale syrisch-orthodoxer Christen in Bagdad am 31. Oktober, bei der 58 Menschen starben.

– (PL) Mevrouw de Voorzitter, in het licht van het veiligheidsprobleem en de economische en politieke stabilisatie in Jemen, een probleem dat zich de laatste tijd vrij regelmatig heeft gesteld, zou ik in mijn hoedanigheid van lid van de delegatie voor de betrekkingen met het Arabisch schiereiland van het Europees Parlement mijn bezorgdheid willen uiten.
– (PL) Frau Präsidentin, mit Blick auf das Problem der Sicherheit und der wirtschaftlichen und politischen Stabilisierung im Jemen, ein Problem, das in jüngster Vergangenheit recht deutlich zu Tage getreten ist, möchte ich als Delegationsmitglied des Europäischen Parlaments für die Beziehungen zur arabischen Halbinsel meine Bedenken äußern.

Ik zou mijn verontwaardiging willen uiten over deze oorlogsverklaring aan het christelijke verleden, heden en tevens de christelijke toekomst van Europa.
Ich möchte meine Empörung darüber zum Ausdruck bringen, dass die christliche Vergangenheit, Gegenwart und Zukunft Europas als Gegenstand von Scharmützeln herhalten soll.

Ik zou ook willen verwijzen naar de woorden van commissaris Verheugen en mijn blijdschap willen uiten over het feit dat we eindelijk over nieuwe gemeenschappelijke regelgeving zullen beschikken die ons in staat zal stellen om namaak en illegale handel van geneesmiddelen tegen te gaan.
Ich möchte auf die Äußerungen von Herrn Kommissar Verheugen zurückkommen und meine Zufriedenheit über die Nachricht zum Ausdruck bringen, dass wir neue gemeinsame Rechtsinstrumente zur Bekämpfung von Fälschungen und der illegalen Vermarktung von Arzneimitteln bekommen werden.

Als parlementslid wens ik mijn verontwaardiging te uiten over de aangekondigde maatregel, waar ik het absoluut niet mee eens ben. De Commissie negeert daarbij de in de Grondwet vastgestelde EU-doelstelling van taalkundige verscheidenheid, en miskent duidelijk de reële situatie van de officiële talen van de Unie binnen en buiten haar grenzen.
Als Abgeordneter möchte ich meiner Empörung und Ablehnung gegenüber der bekannt gegebenen Maßnahme Ausdruck verleihen, die eindeutig davon zeugt, dass die Verantwortlichen der Kommission nicht der Verpflichtung zu sprachlicher Vielfalt nachkommen, die in der Verfassung als Ziel der Union verankert ist, und dass sie offensichtlich die Realität ihrer Amtssprachen innerhalb und außerhalb ihrer Grenzen verkennen.

De verzoekende partijen uiten kritiek op de discriminatie die de aangevochten bepalingen zouden teweegbrengen tussen de ziekenhuisapothekers en de officina-apothekers, doordat zij de eerstgenoemden, evenals de laatstgenoemden, zouden toestaan geneesmiddelen te verstrekken aan personen die in rusthuizen verblijven en aan de andere in die bepalingen bedoelde personen, terwijl, in tegenstelling met de laatstgenoemden, de eerstgenoemden, die minder hoge prijzen toepassen, ten aanzien van de werkingskosten van de apotheek, een financiële tegemoetkoming van de overheid zouden krijgen, niet aan de B.T.W. zouden zijn onderworpen en de geneesmiddelen zouden kunnen kiezen die zij willen verstrekken; de in het geding zijnde bepalingen zouden aldus een concurrentievervalsing veroorzaken die in strijd is zowel met het recht om zijn apotheker vrij te kiezen, dat is vastgelegd in de gecoördineerde wetten op de ziekte- en invaliditeitsverzekering, als met het beginsel van de beperking van de concentratie van officina's op een bepaald grondgebied, en zulks ten nadele van de officina's die in de nabijheid van ziekenhuisapotheken gevestigd zijn; die concurrentievervalsing zou niet kunnen worden verantwoord, noch door de doelstelling van volksgezondheid, die is vervat in artikel 6 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen (gewijzigd bij de aangevochten wet) maar die de Koning niet gemachtigd was na te streven krachtens de wet van 26 juli 1996, noch door de financiële doelstelling het aandeel van de overheid in de financiering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering te verminderen, vermits de in het geding zijnde maatregel het niet mogelijk maakt een dergelijke doelstelling te verwezenlijken.
Die klagenden Parteien bemängeln die durch die angefochtenen Bestimmungen zwischen den Krankenhausapothekern und den Apothekern, die eine öffentlich zugängliche Apotheke führen, geschaffene Diskriminierung, insofern sie es den ersteren erlauben, ebenso wie die letzteren den in Erholungsheimen untergebrachten Personen und den anderen, in diesen Bestimmungen genannten Personen Arzneimittel auszuhändigen, während die ersteren im Gegensatz zu den letzteren weniger hohe Preise anwendeten, und in bezug auf die Funktionskosten der Apotheke in den Genuss einer finanziellen Beihilfe der öffentlichen Hand gelangten, nicht der Mehrwertsteuer unterlägen und die Arzneimittel auswählen könnten, zu deren Abgabe sie bereit seien; die angefochtenen Bestimmungen würden somit eine Wettbewerbsverzerrung herbeiführen, die sowohl gegen das Recht auf freie Wahl seines Apothekers, das durch die koordinierten Gesetze über die Kranken- und Invalidenversicherung bestätigt werde, als auch gegen den Grundsatz der Einschränkung der Konzentration der öffentlich zugänglichen Apotheken auf einem bestimmten Gebiet verstosse, dies zum Nachteil der in der Nähe von Krankenhausapotheken gelegenen öffentlich zugänglichen Apotheken; diese Wettbewerbsverzerrung könne weder durch die Zielsetzung der Volksgesundheit, die in Artikel 6 des Gesetzes vom 25. März 1964 über die Arzneimittel (durch das angefochtene Gesetz abgeändert) vorgesehen sei, die der König jedoch nicht aufgrund des Gesetzes vom 26. Juli 1996 habe verfolgen dürfen, gerechtfertigt werden, noch durch das finanzielle Ziel der Verringerung des Anteils der öffentlichen Hand an der Finanzierung der Kranken- und Invalidenversicherung, da mit der angefochtenen Massnahme ein solches Ziel nicht erreicht werden könne.