Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "zoverre zij de toekenning uitsluiten van moratoriuminteresten " (Nederlands → Duits) :

In zoverre zij de toekenning uitsluiten van moratoriuminteresten aan de belastingschuldigen die de terugbetaling verkrijgen van bedrijfsvoorheffingen die zij spontaan hebben betaald op grond van een later door de rechter ontbonden arbeidsovereenkomst, schenden de artikelen 418, eerste lid, en 419, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals zij van toepassing waren vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, en artikel 419, eerste lid, 4°, van dat Wetboek, in de bewoordingen ervan sinds die wijziging, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet.

Insofern sie die Gewährung von Aufschubzinsen zugunsten von Steuerschuldnern, die die Erstattung von Berufssteuervorabzügen erhalten, welche sie aufgrund eines nachträglich vom Richter aufgelösten Arbeitsvertrags spontan gezahlt haben, ausschließen, verstoßen die Artikel 418 Absatz 1 und 419 Absatz 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, in der Fassung vor ihrer Abänderung durch das Gesetz vom 15. März 1999 über steuerrechtliche Streitsachen, und Artikel 419 Absatz 1 Nr. 4 dieses Gesetzbuches, in der seit dieser Abänderung geltenden Fassung, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung.


« Schenden de artikelen 20, 25/2 en 59, derde lid, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, zoals gewijzigd of ingevoegd bij de wet van 5 februari 2016, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij de toekenning verbieden van elke modaliteit inzake uitvoering van de gevangenisstraf, met uitzondering van die welke is bedoeld in artikel 4, § 2, aan een gedetineerde zonder verblijfsvergunning, terwijl de andere gedetineerden die modaliteiten wel kunnen genieten ?

« Verstoßen die Artikel 20, 25/2 und 59 Absatz 3 des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte, abgeändert beziehungsweise eingefügt durch das Gesetz vom 5. Februar 2016, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie die Gewährung jeglicher Modalität der Vollstreckung der Gefängnisstrafe mit Ausnahme derjenigen, auf die sich Artikel 4 § 2 bezieht, für den Inhaftierten ohne Aufenthaltstitel untersagen, während die anderen Inhaftierten in ihren Genuss gelangen können?


De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, van de in het geding zijnde bepalingen in zoverre zij in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de toekenning uitsluiten van moratoriuminteresten aan de belastingschuldigen die de terugbetaling verkrijgen van bedrijfsvoorheffingen die zij spontaan hebben betaald op grond van een arbeidsovereenkomst die later door de rechter werd ontbonden, daar zij een discriminatie zouden invoeren, enerzijds, tussen die belastin ...[+++]

Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof zur Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmungen mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern sie so ausgelegt würden, dass sie die Gewährung von Aufschubzinsen für Steuerschuldner ausschlössen, die die Erstattung von Berufssteuervorabzügen erhielten, die sie spontan aufgrund eines nachher durch den Richter aufgelösten Arbeitsvertrags gezahlt hätten, weil sie zu einer Diskriminierung führten zwischen einerseits diesen Steuerschuldnern und den Steuerschuldnern, die die Erstattung einer Steuer, eines Mobiliensteuervorabzugs oder eines Berufssteuervorabzugs erhielten, die sie gezahlt h ...[+++]


« - Schenden de artikelen 63 en 115 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en/of 11 van de Grondwet, in zoverre zij de dienstboden uitsluiten van het in artikel 63 vervatte vermoeden van willekeurig ontslag en in zoverre zij een indirecte discriminatie invoeren tussen mannen en vrouwen, aangezien het voornamelijk vrouwen zijn die in het kader van een overeenkomst voor dienstboden zijn tewerkgesteld ?

« - Verstoßen die Artikel 63 und 115 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge gegen die Artikel 10 und/oder 11 der Verfassung, indem sie die Hausangestellten von der in Artikel 63 enthaltenen Vermutung der willkürlichen Entlassung ausschließen und indem sie eine indirekte Diskriminierung zwischen Männern und Frauen einführen, da es überwiegend Frauen sind, die im Rahmen eines Arbeitsvertrags für Hausangestellte beschäftigt sind?


« Schenden de artikelen 418, eerste lid, en 419, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals ze van toepassing waren vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, en artikel 419, eerste lid, 4°, van dat Wetboek, zoals het is geformuleerd sinds die wijziging, in die zin geïnterpreteerd dat zij de toekenning uitsluiten van moratoriuminteresten aan de belastingschuldigen die de terugbetaling verkrijgen van bedrijfsvoorheffing die zij spontaan hebben betaald ...[+++]

« Verstossen die Artikel 418 Absatz 1 und 419 Absatz 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in der vor ihrer Abänderung durch das Gesetz vom 15. März 1999 über steuerrechtliche Streitsachen geltenden Fassung und Artikel 419 Absatz 1 Nr. 4 desselben Gesetzbuches in der seit dieser Abänderung geltenden Fassung, dahingehend ausgelegt, dass keine Aufschubzinsen gewährt werden für die Steuerschuldner, die die Erstattung von Berufssteuervorabzügen erhalten, die sie spontan aufgrund eines nachher vom Richter aufgelösten Arbeitsvertrags gezahlt haben, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, indem sie zu einer Diskriminierung führen zwis ...[+++]


Daarentegen bekritiseren de verzoekende partijen niet de eerste twee punten van artikel 114/1, eerste lid, van de wet van 23 juli 1926, ingevoegd bij de bestreden bepaling, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluiten van de onderhandelings- en overlegprocedures die respectievelijk in de artikelen 75 en 76 van de wet van 23 juli 1926 worden beoogd.

Die klagenden Parteien bemängeln hingegen nicht die ersten zwei Nummern von Artikel 114/1 Absatz 1 des Gesetzes vom 23. Juli 1926, eingefügt durch die angefochtene Bestimmung, insofern dadurch die angenommenen Gewerkschaftsorganisationen von den Verhandlungs- und Konzertierungsverfahren im Sinne der Artikel 75 und 76 des Gesetzes vom 23. Juli 1926 ausgeschlossen würden.


Uit de inhoud van het verzoekschrift en uit de uiteenzetting van de middelen blijkt dat de grieven van de verzoekende partijen enkel betrekking hebben op de punten 3° en 4° van artikel 114/1, eerste lid, van de wet van 23 juli 1926, ingevoegd bij de bestreden bepaling, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluiten van deelname aan de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten overeenkomstig het syndicaal statuut van de Belgische Spoorwegen (3°) en aan de sociale verkiezingen bedoeld in de arti ...[+++]

Aus dem Inhalt der Klageschrift und aus der Darlegung der Klagegründe geht hervor, dass die Beschwerdegründe der klagenden Parteien lediglich die Nrn. 3 und 4 von Artikel 114/1 Absatz 1 des Gesetzes vom 23. Juli 1926, eingefügt durch die angefochtene Bestimmung, betreffen, insofern dadurch die angenommenen Gewerkschaftsorganisationen von der Teilnahme an dem Verfahren der Ankündigung und Konzertierung anlässlich von Sozialkonflikten gemäß dem Gewerkschaftsstatut der belgischen Eisenbahnen (Nr. 3) und von den Sozialwahlen im Sinne der Artikel 126/2, 145 § 2 und 146 des Gesetzes vom 23. Juli 1926 (Nr. 4) ausgeschlossen würden.


« - Schenden de artikelen 63 en 115 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten de artikelen 10 en/of 11 van de Grondwet, in zoverre zij de dienstboden uitsluiten van het in artikel 63 vervatte vermoeden van willekeurig ontslag en in zoverre zij een indirecte discriminatie invoeren tussen mannen en vrouwen, aangezien het voornamelijk vrouwen zijn die in het kader van een overeenkomst voor dienstboden zijn tewerkgesteld ?

« - Verstoßen die Artikel 63 und 115 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge gegen die Artikel 10 und/oder 11 der Verfassung, indem sie die Hausangestellten von der in Artikel 63 enthaltenen Vermutung der willkürlichen Entlassung ausschließen und indem sie eine indirekte Diskriminierung zwischen Männern und Frauen einführen, da es überwiegend Frauen sind, die im Rahmen eines Arbeitsvertrags für Hausangestellte beschäftigt sind?


Uit de uiteenzetting van de middelen blijkt dat de grieven van de verzoekende partijen enkel betrekking hebben op de punten 3° en 4° van artikel 114/1, eerste lid, van de wet van 23 juli 1926, ingevoegd bij de bestreden bepaling, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluiten van deelname aan de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten overeenkomstig het syndicaal statuut van de Belgische Spoorwegen (3°) en aan de sociale verkiezingen bedoeld in de artikelen 126/2, 145, § 2, en 146 van de wet ...[+++]

Aus der Darlegung der Klagegründe geht hervor, dass die Beschwerdegründe der klagenden Parteien lediglich die Nrn. 3 und 4 von Artikel 114/1 Absatz 1 des Gesetzes vom 23. Juli 1926, eingefügt durch die angefochtene Bestimmung, betreffen, insofern dadurch die angenommenen Gewerkschaftsorganisationen von der Teilnahme an dem Verfahren der Ankündigung und Konzertierung anlässlich von Sozialkonflikten gemäß dem Gewerkschaftsstatut der belgischen Eisenbahnen (Nr. 3) und von den Sozialwahlen im Sinne der Artikel 126/2, 145 § 2 und 146 des Gesetzes vom 23. Juli 1926 (Nr. 4) ausgeschlossen würden.


In een verschillend geval echter (wanneer de vordering tot tussenkomst niet is ingesteld door de genoemde verzekerde of wanneer diezelfde vordering haar oorsprong niet vindt in het feit dat ten grondslag ligt aan de oorspronkelijke vordering) schenden de in de prejudiciële vraag betwiste artikelen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre zij de samenvoeging uitsluiten.

In einem anders gelagerten Fall jedoch (wenn die Interventionsklage nicht durch den genannten Versicherten eingereicht worden sei oder wenn dieselbe Klage nicht auf den der ursprünglichen Klage zugrunde liegenden Sachverhalt zurückzuführen sei) würden die in der präjudiziellen Frage beanstandeten Artikel die Artikel 10 und 11 der Verfassung nicht verletzen, insoweit sie die Kumulierung ausschliessen würden.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zoverre zij de toekenning uitsluiten van moratoriuminteresten' ->

Date index: 2020-12-25
w