De lidstaten bepalen dat eenieder di
e weet heeft van de aanwezigheid van een van de in bijlage I of bijlage II opgesomde plaagorganismen of een plaagorganisme dat onder een maatregel valt op grond van artikel 16, lid 2 of
lid 3, of die reden heeft zulke aanwezigheid te vermoeden, binnen tien kalenderdagen de bevoegde autoriteit schriftelijk moet verwittigen en op verzoek van die autoriteit
alle in zijn bezit zijnde informatie over die ...[+++] aanwezigheid moet verstrekken”.
Member States shall provide that anyone who becomes aware of the presence of a pest listed in Annex I or Annex II or a pest covered by a measure pursuant to Article 16(2) or 16(3), or has reason to suspect such a presence, shall notify, in writing, the competent authority within ten calendar days, and, if so requested by that competent authority, shall provide the information concerning that presence which is in its possession’.