2. Indien de directeur of een of meer adjunct-directeuren niet bereid of in staat zijn te handelen overeenkomstig lid 1, benoemt de raad van bestuur, in afwachting van de in artikel 38, leden 1 en 2, bedoelde benoemingen, voor ten hoogste 18 maanden een interim-directeur of interim-adjunct-directeur(s).
2. Should the Director or one or more of the Deputy Directors be unwilling or unable to act in accordance with paragraph 1, the Management Board shall appoint an interim Director or interim Deputy Director(s) as required for a maximum period of 18 months, pending the appointments provided for in Article 38(1) and (2).