13. erkent dat het nodig is om zowel de instemming van alle landen met de centrale verdragen van de internationale non-proliferatieregeling te verkrijgen als om te zorgen dat die verdragen daadwerkelijk uitgevoerd worden; meent dat het verzoek van India aan de staten met kernwapens om te onderhandele
n over de volledige afschaffing van kernwapens gewettigd is en herinnert eraan dat de kernmogendheden zich in artikel VI van het NPV ertoe hebben verplicht om onderhandelingen over kernontwapening aan te gaan met als uiteindelijke doelstelling om de wereld vrij te maken van kernwapens; onderstreept echter dat deze verplichtingen door India
...[+++]en Pakistan zouden kunnen worden ondermijnd, indien zij blijven weigeren tot het NPV toe te treden;
13. Recognises that it is necessary both to obtain adherence by all states to the core treaties of the international non-proliferation regime and to ensure their effective implementation; considers India"s call on the nuclear weapon states to negotiate the complete dismantling of nuclear arms as legitimate and recalls that the nuclear weapon states have undertaken, in article VI of the NPT, to enter into negotiations on nuclear disarmament, with the ultimate aim of ridding the world of nuclear arms; stresses, however, that these commitments could be undermined by India and Pakistan if they continue to refuse to adhere to the NPT;