46. erkent de belangrijke rol van nazorg na een transplantatie voor het succes van transplantaties, met inbegrip van de toepassing van adequate therapieën tegen afstoting; erkent dat een optimale inzet van therapieën tegen afstoting kan leiden tot een betere gezondheidstoestand van de patiënt op de lange termijn en een betere overlevingskans van het transplantaat, waardoor dan weer meer organen beschikbaar komen omdat de transplantatie in minder gevallen moet worden herhaald, en verklaart dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de patiënten toegang hebben tot de beste behandelingsmogelijkheden;
46. Recognises the important role of post-transplantation care, including the appropriate use of anti-rejection therapies, in the success of transplants; acknowledges that optimum use of anti-rejection therapies can lead to improved long-term health for patients, graft survival and, hence, wider availability of organs owing to the reduced need for retransplantation, and asserts that Member States should ensure that patients have access to the best available therapies;