(12) Overwegende dat bij de toewijzing aan de kandidaat-lidstaten van de middelen die de begrotingsautoriteit in de preambule van dit instrument heeft vastgesteld, ten volle rekening dient te worden gehouden met de nationale welvaart op basis van het bruto binnenlands product, de agrarische beroepsbevolking en de oppervlakte cultuurgrond en, zodanig, specifieke territoriale kenmerken;
(12) Whereas the allocation to applicant countries of resources fixed by the budget authority in the preamble of this instrument should take full account of national prosperity on the basis of gross domestic product, of the agricultural workforce, of utilised agricultural area and, if necessary, of specific territorial particularities;