Dit fundamentele recht op eerbiediging van de rechten van de verdediging in de loop van een procedure die aan de vaststelling van een beperkende maatregel zoals het litigieuze besluit voorafgaat, is overigens uitdrukkelijk neergelegd in artikel 41, lid 2, sub a, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat volgens artikel 6, lid 1, VEU dezelfde juridische waarde als de Verdragen heeft.
That right, fundamental to observance of the rights of defence during a procedure preceding the adoption of a restrictive measure such as the contested decision, is moreover expressly affirmed in Article 41(2)(a) of the Charter of Fundamental Rights of the European Union, recognised by Article 6(1) TEU as having the same legal value as the Treaties.