Het betreft hier een ander criterium dan het Gerecht heeft ontwikkeld in zijn rechtspraak, namelijk dat de maatregelen tot organisatie van de procesgang (voorzien in artikel 64 van het Reglement voor de procesvoering) tot doel hebben het goede verloop van de schriftelijke en mondelinge behandeling te verzekeren en de bewijsvoering te vergemakkelijken, alsmede de punten te bepalen, ten aanzien w
aarvan partijen hun betoog moeten aanvullen, of die instructie behoeven, terwijl de maatregelen van instructie (voorzien in de artikelen 65‑67 van het Reglement voor de procesvoering) tot doel hebben de juistheid van de door een partij ter onderste
...[+++]uning van haar middelen aangevoerde feiten te bewijzen (arrest Gerecht van 18 januari 2005, Entorn/Commissie, T‑141/01, Jurispr. blz. II‑95, punten 129 en 130).That is a different criterion from the one which emerges from the General Court’s case-law, according to which the purpose of measures of organisation of procedure (covered by Article 64 of the Rules of Procedure of the General Court) is to ensure efficient conduct of the written and oral procedure and to facilitate the taking of evidence, and also to determine the
points on which the parties must present further argument or which call for measures of inquiry, whereas measures of inquiry (covered by Articles 65 to 67 of those Rules) are intended to prove the veracity of the facts alleged by one of the parties in support of its pleas in l
...[+++]aw (Case T‑141/01 Entorn v Commission [2005] ECR II‑95, paragraphs 129 and 130).