In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea onder e) moeten distributeurs, zodra het commercieel te verantwoorden is, met de leverancier (autofabrikant) een overeenkomst kunnen sluiten over de separate vertegenwoordiging van verschillende merken, die o.a. de vorm kan aannemen van gescheiden tentoonstellingsruimten, merkspecifiek personeel, aparte verkoopfaciliteiten, enz. De commerciële haalbaarheid hiervan kan door een arbitrage-instantie worden getoetst.
By way of derogation from paragraph 1(e), distributors should enjoy contractual freedom, as soon as economically feasible, to agree to separate brand displays with the supplier (motor vehicle manufacturer). This could include separate show rooms, separate staff, special brand displays etc. Economic feasibility may be examined by an arbitration board.