Dat een versleutelingssysteem "veilig" moet zijn, kan twee dingen betekenen: dat het absoluut zeker moet zijn dat het ontcijferen van de boodschap zonder de sleutel onmogelijk is en dat dit mathematisch kan worden bewezen, of dat de versleuteling met de huidige technische middelen niet kan worden gebroken en dat de veiligheid voor een veel langere dan de "kritische" periode, gedurende dewelke een bericht geheim moet worden gehouden, gegarandeerd is.
If an encryption system is required to be ‘secure’, this may mean one of two things. Either it may be essential – and susceptible of mathematical proof – that the message is impossible to decipher without the key. Or it may be sufficient for the code to be unbreakable at the present state of technology and thus in all probability to meet the security requirement for far longer than the ‘critical’ period during which the message needs to be kept secret.