2. verzoekt de Raad de bevoegdheden van alle bestaande organen die belast zijn met de bescherming van de financiële belangen van de
Unie duidelijker te definiëren; wijst erop dat het uitermate belangrijk is om de relatie tussen het EOM en andere bestaande organen, zoals Eurojust en OLAF, nader te definiëren en duidelijk af te bakenen; benadrukt dat het EOM moet profiteren van de jarenlange ervaring van OLAF op het gebied van het uitvoeren van onderzoeken, zowel op nationaal als op EU-niveau, op gebieden die verband houden met de bescherming van de financiële belangen van de Unie tegen onder meer corruptie; benadrukt in het bijzonder d
...[+++]at de Raad de complementariteit van de werkzaamheden van OLAF en het EOM moet verduidelijken wanneer het gaat om "interne" en "externe" onderzoeken; benadrukt dat uit het huidige voorstel van de Commissie noch duidelijk wordt wat de relatie tussen OLAF en het EOM is, noch op welke manier interne onderzoeken binnen de EU-instellingen moeten worden uitgevoerd; verzoekt in dit verband om EU-ambtenaren op gelijke voet te stellen met andere EU-burgers door middel van wijziging van artikel 11, letter a), van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie en artikel 19 van het Ambtenarenstatuut van de Unie, zodat het EOM onmiddellijk actie kan ondernemen; 2. Calls on the Council to clarify the competence of each existing body in charge of protecting the Union’s financial interests; points out that it is of the utmost importance that the relationship between the EPPO and other existing bodies, such as Eurojust a
nd OLAF, be further defined and clearly demarcated; stresses that the EPPO should take advantage of OLAF’s long-term expertise in conducting investigations, at both national and Union level, in areas pertaining to the protection of the Union’s financial interests, including corruption; stresses, in particular, that the Council should clarify the complementarity of OLAF and EPPO a
...[+++]ction when it comes to ‘internal’ and ‘external’ investigations; emphasises that the Commission’s current proposal clarifies neither its relationship with the EPPO nor how internal investigations within the EU institutions are to be performed; demands, in this context, that EU officials be put on an equal footing with other Union citizens by means of amendments to Article 11(a) of the Protocol on the Privileges and Immunities of the European Union and Article 19 of the Staff Regulations of the Union, thereby allowing immediate action by the EPPO;