Indien de nri’s overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Richtlijn 2002/21/EG en artikel 8, lid 4, van Richtlijn 2002/19/EG van oordeel zijn dat het opleggen van een verplichting inzake non-discriminatie aan AMM-exploitanten overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2002/19/EG passend, evenredig en gerechtvaardigd is, moeten zij onderzoeken of het evenredig is AMM-exploitanten te verplichten om relevante wholesale-inputs op EoI-basis te verstrekken.
Where NRAs consider that the imposition of a non-discrimination obligation on SMP operators under Article 10 of Directive 2002/19/EC is appropriate, proportionate and justified pursuant to Article 16(4) of Directive 2002/21/EC and Article 8(4) of Directive 2002/19/EC, they should examine whether it would be proportionate to require SMP operators to provide relevant wholesale inputs on an EoI basis.