1. Wanneer het betrokken derde land, na de vaststelling van een uitvoeringshandeling op grond van artikel 4, lid 1, de Unie passende en evenredige compensatie toekent in de in artikel 3, lid 1, onder a) en b), genoemde gevallen, kan de Commissie de toepassing van die uitvoeringshandeling voor de duur van de compensatieperiode opschorten.
1. Where, subsequently to the adoption of an implementing act pursuant to Article 4(1), the third country concerned accords adequate and proportionate compensation to the Union in the cases referred to in Article 3(1) (a) and (b), the Commission may suspend the application of that implementing act for the duration of the compensation period.