De richtsnoeren leggen algemene regels vast voor de evaluatie van verticale beperkingen en reiken criteria aan voor de evaluatie van de meest voorkomende types van verticale beperkingen: merkexclusiviteit (niet-concurrentiebedingen), alleenverkoop, klantenexclusiviteit, selectieve distributie, franchising, exclusieve levering, vooraf te betalen toegangsvergoedingen, categoriemanagementovereenkomsten, koppelverkoop en beperkingen betreffende de wederverkoopprijs.
The guidelines set out general rules for the assessment of vertical restraints and provide criteria for the assessment of the most common types of vertical restraints: single branding (non-compete obligations), exclusive distribution, customer allocation, selective distribution, franchising, exclusive supply, upfront access payments, category management agreements, tying and resale price restrictions.