Bij een overgang in de arbeidsmarkt komen de volgende uitkeringsstelsels aan bod: (i) werkloosheidsverzekering en bijstandsuitkering voor werklozen; (ii) gegarandeerd minimuminkomen en andere vormen van sociale bijstand (met inbegrip van huursubsidie); (iii) arbeidsgebonden uitkering en soortgelijke voorzieningen; (iv) steun voor gezinnen en ouders (gezinsbijslag, moederschaps-, vaderschaps- en ouderschapsverlof, uitkering voor het verzorgen van kinderen, van bejaarden, van gehandicapten); (v) vervroegd pensioen; (vi) bijstand in geval van ziekte, invaliditeit, arbeidsongeval en beroepsziekte.
When discussing these different labour market transitions, the following types of benefit schemes are considered: (i) unemployment insurance and unemployment assistance; (ii) minimum income guarantee and other forms of social assistance (including housing benefits); (iii) employment-conditional benefits and other similar provisions; (iv) support for families and parents (family benefits, maternity, paternity and parental leave schemes, child-care benefits and provision, elderly care and care for disabled people); (v) early retirement; and (vi) support for sickness, invalidity and work-related injuries.