Voor de toepassing van de overeenkomst beschikken de industrielanden over een overgangsperiode van één jaar om hun wetgeving en praktijken in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de overeenkomst. Die periode is vijf jaar voor ontwikkelingslanden en landen waarvan de centraal geleide economie zich in een proces van omschakeling bevindt naar een markteconomie, en elf jaar voor de minst ontwikkelde landen.
With regard to the application of the agreement, developed countries have a period of one year to bring their legislation and practices into line with the agreement. This period is extended to 5 years for developing countries and countries in the process of transformation from a centrally-planned economy to a market economy, and to 11 years for the least-developed countries.